Mortels en cement
Met cement en mortel wordt in de bouwwereld veel gewerkt. Het wordt dan verwerkt tot een specie om er bijvoorbeeld muren mee metselen. Ook als particulier kunt u deze middelen nodig hebben om er een muurtje mee te metselen of misschien wilt u wel een muurtje bepleisteren? Er zijn talloze cementsoorten en mortelsoorten waarmee u aan de slag kunt gaan. U kunt een kant-en-klaar product aanschaffen, zodat u niet in de weer hoeft met water en zand en direct het product kunt aanbrengen, maar er zijn ook middelen die nog vermengt moeten worden. Veel mensen weten nog niet exact het verschil tussen mortels en bepaalde cementsoorten. Het kan handig zijn om het verschil tussen beide producten te kennen, zodat u zo vakkundig mogelijk aan de slag kunt gaan.
Mortel
Mortel is het uiteindelijke product waarmee u uw muurtje kunt gaan metselen. Er wordt dan ook meestal gesproken van metselspecie. Het is een mengsel dat bestaat uit een bindmiddel, toeslagstoffen en water. Het bindmiddel is een component in metselspecie dat ervoor zorgt dat de verschillende componenten in metselspecie met elkaar hechten. Cement is één van de bindmiddelen die hier zeer geschikt voor is. Ook kalk wordt met grote regelmaat als bindmiddel gebruikt. Toeslagmiddelen in de metselspecie zijn vaak zand, grind of granulaat. Zand wordt het meeste gebruikt. Zandkorrels hebben verschillende groottes en maakt een nauwelijks in te drukken materie. Toeslagstoffen kunnen van de verschillende componenten een beter geheel maken. Er zijn talloze verschillende soorten species te maken en is vooral afhankelijk van het soort bindmiddel en de soorten toeslagstoffen die in de metselspecie gebruikt worden. Bekend is de betonmortel, waarin cement, zand en grind zijn verwerkt en een zeer sterk eindresultaat geeft. Er is ook een speciale voegmortel. Hier wordt geen metselspecie mee bedoeld om muren te metselen, maar enkel om muren te voorzien van een goede voeg.
Cement
U weet nu dus dat cement niet het uiteindelijke eindproduct is, maar een component vormt in een bepaalde mortelsoort. Kalksteen en klei worden tot een hoogte van circa 1400° tot 1500° Celsius verhit. Er ontstaan dan korrels, ook wel klinkers genoemd. Deze korrels worden vervolgens fijngemalen en vermengt met kalk. Het uiteindelijke resultaat is dan een cementsoort die gebruikt kan worden als een bindmiddel in bijvoorbeeld metselspecie of betonmortel. De meest gebruikelijke kleur is grijs, maar en zijn ook cementsoorten die vermengt zijn met wit krijt. Er ontstaat dan een witte cementsoort. Als een bindmiddel heeft het het vermogen om met behulp van een toeslagmiddel en water een soort lijm te vormen die de elementen in de specie goed met elkaar kan verbinden. Uitgehard wordt het product ook wel cementsteen genoemd. Portlandcement is een cementsoort dat zijn oorsprong vind in de kalksteengroeves uit het Amerikaanse Portland. Het is een hydraulisch sterk bindmiddel. Hydraulisch houdt in dat het eenmaal in contact met water tot een pasta wordt gevormd en eenmaal na verharding niet meer kan oplossen in water. In portlandcement zit ongeveer 90% cementkorrels (klinkers) en 5% gips. Omdat portlandcement snel uithardt, is het een ideale cementsoort om te gebruiken in bekistingsbeton. Een andere veel gebruikte cementsoort is hoogovencement. En hier zit inderdaad ook een element in dat daadwerkelijk van hoogovens komt. In hoogovens wordt ijzer geproduceerd. Dit gebeurd door het zeer hoog verhitten van ijzererts. Dit ijzererts zal smelten en vloeibaar worden. Boven op dit vloeibare ijzererts ligt het zogenaamde hoogovenslak. Dit is voor de hoogovens afval en kan niet worden gebruikt. Daarom is er een oplossing bedacht om de hoogovenslak toch te hergebruiken door middel van hoogovencement. Hoogovencement bestaat uit portlandkorrels, vermengt met de hoogovenslak en kalk. Hoogovencement droog minder snel op dan portlandcement en kan daardoor gemakkelijk gebruikt worden bij toepassingen die de tijd hebben om te drogen.